De schoenen van Zorro
Opeens hoorde ik een stem onder mij.
‘Ongelofelijk.
De eerste dag van onze kennismaking
wil ik ook naar de sneeuw kijken
door het raam van de trein.’
Ik trok mijn nieuwe schoenen uit.
‘Het spijt me,
soms ben ik ook gemeen.’
‘Kijk naar die vreemdeling.
Hij zet zijn schoenen op de stoel’,
zei een nerveuze vrouw.
‘Van wie zijn die schoenen?’,
schreeuwde een man.
De conducteur was een aardig mens.
Hij vroeg mij
of de schoenen een kaartje hadden
en of ik er eentje voor ze wilde kopen.
‘Schoenen,
als de nacht valt,
kruipen de muren naar mijn borst,
knielen erop en huilen.
Ik adem zachtjes,
zodat de muren niet vallen.’
‘Ik ruik rotte sokken’,
zei een man tegen een vrouw.
‘Schoenen,
de geur van mijn sokken
komt bij hun neuzen,
maar mijn woorden niet bij hun oren.
Arriveren is de oplossing.
Over vijf minuten
hoeven wij hier niet meer te zijn.’
© Al Galidi