Absurd

Wopke Grobben

Als een tombe

Zo ben ik, nee, wíl ik zijn: als een tombe
van goud – die de eeuwen trotseert. Hard,
haast onaanraakbaar klak-klak-klak ik door de straten.
Laat ze nu maar komen, de mannen,
en knielen – dat is alles, meer

mogen ze niet. Knielen, en even,
héél even mijn gouden hak in hun haar.
Zij zijn mijn honden, de mannen, nee
hondjes. Niet een
laat ik toe tot mijn geheim, het zachte, zoele raadsel
van mijn kleine teen.

© Wouter Godijn


© 2024 Virtual Shoe Museum